'In het Westcoast park zijn de voetstappen van Eva gevonden, de oudste voetafdrukken van de mens, 117.000 jaar oud. Ook vele andere fossielen zijn er gevonden onder andere een tand van de Sabeltijger en vondsten van giraffes met een kortere nek. Onderweg naar Cederberge kun je een stop maken bij het Westcoast Fossil Park. Een andere stop is het strand van Paternoster, waar je een visje kunt eten.'
Gezellig en levendig Paternoster. |
We besluiten de lange weg langs de zee naar Cederberge te nemen in plaats van de N7, de snelweg van Kaapstad naar Namibië. We bereiden ons voor op ernstig oponthoud en verrotte wegen. We drinken koffie onderweg bij een restaurant-hotel in Velderif dat aan een estuarium ligt, waar ook zoutpannen zijn. We kijken vanaf het terras uit over het estuarium en we zien veel vissers. Niet alleen menselijke maar ook visdieven die met groot enthousiasme het water inknallen en met een smakelijk visje weer boven komen. Ook heel veel flamingos en steltlopers allemaal op zoek naar een maaltje vis in het water. Laura, onze serveerster van vandaag, men gaat hier vriendelijk tot zeer vriendelijk om met het personeel, vertelde dat het dit weekend een drukte van belang was geweest maar dan met menselijke vissers.
Die vriendelijkheid tegenover medewerkers in het algemeen is best bijzonder. Minimaal moet je vragen hoe het vandaag gaat en wissel je wetenswaardigheden uit over 'waar men wegkomt' en 'hoe de dag is'. Overigens, Laura komt uit Kaapstad en dat is toch een kleine 130 kilometer ver weg. De man gisteren in het infocentrum van het Westcoast National Park kwam helemaal uit Tsitsikamma, zo'n 500 kilometer reizen. Ja ze weten hier werk en privé goed te scheiden. Ook hij kon maar een keer per 3 maanden naar huis.
Prachtig stuwmeer. 'Onding voor de natuur' zegt Nyn. |
Vanaf Velderif wordt het spannend. Hoe is de weg? Dirtroad of Tarroad? Het blijkt tarroad te zijn en we schieten lekker op. Toch is het nog altijd een uur of drie rijden maar in de meeste gevallen lukt het ons daar vijf uur van te maken. Ook nu lopen we vertraging op. We moeten (alweer) een estuarium oversteken en men blijkt de brug een upgrade te geven. Dat is nooit weg in Zuid Afrika want als dat nodig is, is het hier extra hard nodig en mag je blij zijn dat er nog geen ongelukken zijn gebeurd of de boel is ingestort. Wij schrikken ons rot want er stond niets aangegeven en dat zou betekenen een uur terugrijden en dan alsnog de snelweg nemen. Gelukkig heeft men even verderop gewoon een dammetje in het water gegooid en kunnen we voorzichtig oversteken. Aan de overkant probeert een man de vissen die hij heeft gevangen te verkopen maar we zijn te verrast om te reageren. Een vers visje op de barbecue had ons wel wat geleken. Hadden we geen zin in vis in Paternoster, de honger begint nu toch wel toe te slaan maar in dit godvergeten deel van het land is weinig te krijgen. We gaan van de weg af en doorkruisen dorpjes. Kerken zat, maar iets minder geestelijks lijkt moeilijk. We komen een Mexicaans ding tegen met cactussen en hacienda-uitingen en wij zijn altijd wel te porren voor een kom bonen, een tortilla of een empanada. Maar nee, de nieuwe eigenaaren komen pas volgende maand en dan gaat de keuken weer open. Ja, zolang kunnen wij niet wachten. Dus voort en voort. Bij Clanwilliam, wij hebben nog zo'n 30 kilometer te gaan, vinden we een farmstall. Een typisch Zuid Afrikaans verschijnsel.
Typisch Zuid Afrikaans. De Farmstall. |
Binnen gaat Nyn zich te buiten aan Bobotie en de aankopen van alweer zeepjes en armbanden. Ik doe het met een Bredie, dat is een lokale prut met rijst. Kost niks, altijd lekker. Ook bewonder ik weer de gietijzeren pannen die ze voor de zogenaamde 'Potjiekos' gebruiken. Pannen met drie poten, een hengsel en een deksel die ze vullen met een laag aardappelen, een laag groenten en een laag dood beest, van allerlei kunne.
Avonduitzicht vanaf de porch. |
De laatste 25 kilometer zijn ook gelijk de meest indrukwekkende. Enorme steile rotsformaties waarvan je afvraagt waarom het niet in elkaar dondert, wisselen zich af met fraaie valleien. Steenpartijen en rotsmuren die lijken gestapeld te zijn door reuzen staan langs de weg en met tussen de schouders ingetrokken hoofd rijden wij er langs. Bang dat er ieder moment zo'n rotsblok op onze kanis kan donderen. Opgelucht bereiken wij de bestemming in een van die prachtige valleien. Een olijvenboerderij annex wijndruivenboerderij annex rooibostheeboerderij. Thys Kruger heet de man die ons verwelkomt. 'Zeg maar Tees' zegt hij. 'Ace met een T ervoor'. Zijn vrouw heet Karin, maar die zien we niet en hij blijkt het bedrijf samen te doen met een vriendenstel met de achternaam Botha. Hoe Zuid Afrikaans wil je het hebben. Hij wijst ons de weg en geeft ons een potje olijven cadeau. Calamata's. Diepaarse olijven, oorspronkelijk uit Griekenland afkomstig.
De helaas alweer een-na-laatste Braai |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten