zondag 19 oktober 2014

Za. 18 oktober 2014. West Coast National Park. Zien we toch de leeuw.

In haar beschrijving zegt Paulien:
'Vandaag reizen jullie naar West Coast National Park. Dit gebied wordt nauwelijks bezocht door internationale toeristen maar is een geliefd oord bij Capetonians, de inwoners van Cape Town. Jullie verblijven in een heel relaxed 'bushchique' selfcatering huisje. Een heerlijke stek voor een goed boek'


  1. En dan ook nog een half mislukte zonsondergang
Gillend verkreuk ik de kaart van het natuurgebied. Het is weer eens zo ver. We kunnen elkaar niet uitstaan. Een enkele keer per vakantie gebeurt dat. We zitten in West Coast National Park en ik kan haar wel te lijf gaan. Zoals altijd is de reden futiel. Een wandelpad moet worden opgezocht en wordt niet gevonden. Het is ook goed dat Nyn gaat wandelen. Maar ze wil best een eind. Kilometer of 10 morgenvroeg. Moet kunnen maar geen gedetailleerde kaart dus gaat er misgelopen worden, moet er door haar gezocht worden en gaat het allemaal langer duren.
Kaart is niet meer te krijgen, want parkkantoor gaat om vijf uur dicht. Ook het restaurant gaat om vijf uur dicht dus daar kun je alleen maar lunchen. Buiten het park kun je ook niet eten want het park gaat om zeven uur op slot, dan kun je er niet meer in. Allemaal wel erg onhandig maar nog geen reden om ruzie te maken. Er is ook gewoon geen reden er is alleen het moment. Het is gewoon ploftime. Nu zitten we op het uitkijkpunt in het park dat Atlantic View heet.

We hebben een leuk huisje op in het park. Een groepje van 8 huisjes dat Duinepos heet. Maar wat zeg je nou? Zeg je duine-pos of zeg je duin-epos?

Het vertrek uit Stellenbosch bij Knorhoek was gezellig en het ontbijt ook. Er zijn veel kinderen, allemaal jongens. Twee Nederlanders en een Duitsmer die al vriendjes waren en nu zijn daar ook twee Deense jongens bijgekomen. Wij gaan het lawaai niet meer meemaken want wij vertrekken. Richting het nationaal park. Wij nemen hartelijk afscheid van de wijnboeren.

De weg naar het nationaal park gaat langs eindeloze rijen wijndomeinen met hectare na hectare druiven, druiven en druiven afgewisseld met grote opervlaktes graan. Het is een vruchtbaar land met veel Nederlandse namen. Aan de mensen te zien zou je je zo in Nederland kunnen wanen. Wij herkennen zelfs Friese afstammelingen aan de typische koppen. Maar langzamerhand neemt Afrika het beeld weer over. Onderweg stoppen wij in een stadje waar we boodschappen doen. Eten want we gaan 'self cateren', drank in de liquorshop en bundeltegoed bij de PEP. Ik heb me hier verslaafd aan gingerbeer en dat is lastig te krijgen. Weinig mensen drinken het en het heeft en slechte naam.
Hier neemt zwart Afrika de boel weer over.
De liquorshop verwijst me naar de buurman, een puur Afrikaanse zaak waar ze het spul zelf maken. Aan een tafeltje zit een kleurling met een rietje te lurken aan het gingerbeer. Er staan wat flessen te koop. Een liter voor 7,5 Rand dat is net 50 eurocent. Op de flessen die te koop zijn drijft een onbestemd goedje. Het wordt hier duidelijk zelf gemaakt. Een shebeen dus voor het gingerbeer. Zoveel zin heb ik er nou ook niet in maar ik begrijp waarom het een slechte naam heeft. Zwarten die zich kapot zuipen aan zelfgemaakt gingerbeer. Er hangen ook wat dronkenlappen rond, die luidruchtig met elkaar bezig zijn. Soms lachen ze dan is de toon weer ruzieachtig. De meesten kijken ongeïnteresseerd toe.  Wij zijn de enige blanken op een enkele winkel- of kraameigenaar na. Er wordt veel groente en fruit verkocht en het is ook het busstation voor de vele minibusjes, wit met een gele streep. Het hele openbaar vervoer is gebaseerd op dit soort busjes. Bestelbusjes zouden wij het noemen, net zo groot als bij ons maar er gaan wel 16 mensen in en je kunt er door heel Zuid Afrika mee reizen. Ze stoppen overal waar maar mensen ze aanhouden.

In een 'nette' Pick and Pay doen we onze gewone boodschappen. Morgen doen we weer braai. Vandaag spaghetti. Onderweg, midden in de grote heuvelige leegte die het landschap hier vormt op een kruispunt vinden we een farm, annex agrarische winkel, annex kledingwinkel en kleine supermarkt, annex café restaurant annex dierentuin met papegaaien en andere tropische vogels. Het is een allegaartje, met bric en brac versierde tent. De tuin heet Biosfeer en wordt eigenlijk voortdurend besproeid met een soort mist. Fijne waterdruppeltjes. Waar mensen kunnen eten, er is zeker plaats voor 200 personen is de boel afgedekt. Het is een kleurig spektakel.
Toch nog een leeuw?
Alle vlakken voorzien van gekleurde afbeeldingen. Wij eten er een soort van reuzesandwich.  Met koffie erbij. Uit de boxen klinkt schlagerachtige muziek die op elk dorpsfeest in Nederland zou worden gewaardeerd. Er zit een groot luidruchtig Afrikaner gezelschap die de vervreemding compleet maakt. Net of je in een tent in de Achterhoek zit.

In Zuid Afrika hebben we een speciaal soort plastieke schoenen gevonden van geweven plastic reepjes waar we dol op zijn. Nyn had al een paar gekocht in George vorige week zondag ik doe dat nu. Maat 14. Idioot. Ik leef echt op te grote voet.

Als we aankomen op Duinepos krijgen we het huisje 4 aangewezen. Speciaal voor ons vrijgehouden vanwege de lovebirds die we worden verondersteld te zijn. De koelkast doet het niet, de magnetron weigert dienst. Malheur met de elektriciteit. De mevrouw van Duinepos is net zo teleurgesteld als wij. Ze had het zo apart gehouden, het uitzicht is ook veel beter dan de andere huisjes maar zonder koelkast is het niet te doen. Vandaag is het 29 graden, morgen wordt 32 verwacht.
Vuur, vurig, vuurst.
Hoe hou je dan de witte wijn en het gingerbeer koel. Verkassen naar huisje 1 is de enige oplossing. Dat is het invaliden huisje. Dus verhoogde pot en overal beugels.

Nu zitten we hier na de maaltijd gezellig bij de brandende open haard, ja wel een beetje te zweten, maar iedereen weet hoe we zijn. Kunnen we stoken dan stoken we. Vuur is een belangrijk deel van ons leven. Ook bij ruzie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten