donderdag 16 oktober 2014

Do. 16 oktober 2014. Wijnproeverijen, pinquins en klipdassen. Best een gevarieerde dag.

In haar beschrijving zegt Paulien:
'Vandaag rijden jullie naar Stellenbosch in het hart van de Zuid Afrikaanse wijneconomie. Je kunt vrijwel overal voor een paar Rand wijnen proeven en een flesje inslaan. Stellenbosch heeft ook bijzondere Kaapse architectuur als de op een na oudste stad van het land. Je kunt het Village museum bezoeken, waar het leven zo lijkt terug te gaan naar de eerste jaren van de Nederlanders in de Kaapprovincie'


In ons Afrikaboek staat dat Afrika nergens zo ver weg is als in Stellenbosch. En dat is waar we nu zijn. Ruim 10 kilometer buiten Stellenbosch op een 'wijnboerderij', natuurlijk met wijnproeverij. Elke wijnboer lijkt tegenwoordig vergeten te zijn hoe je goede wijn moet maken. Dus menen zij telkens aan consumenten te moeten vragen of ze willen proeven. En dan vragen ze nog: 'Vindt u deze wel lekker?'. Zo weinig zelfvertrouwen verwacht je toch niet van een producent. Maar ja, het zijn natuurlijk wel Zuid Afrikaanse wijnboeren en er zijn natuurlijk genoeg redenen waarom Zuid Afrikaanse boeren bescheiden zijn. Je begrijpt het niet maar je hoeft tenslotte niet alles te snappen.

Nyn zoekt in de kleedkamer naar haar wandelschoenen.
Afrika lijkt sowieso in heel Zuid Afrika wel naar de rand geduwd. In townships, in wildreservaten, in gedienstige rollen en in de criminaliteit. Maar zelfs dat is in Stellenbosch weggepoetst, weggeschoffeld of weggeveegd. Over de rand en onder de mat. Je bent een knapperd als je hier iets Afrikaans terugvindt. Alleen de taal is gebleven zover hij nog niet vervangen is door het Engels. Toch blijft ook Afrika steeds weer opduiken. Het laat zich niet zo makkelijk wegpoetsen. Staan er plotseling weer een troep apen op de weg of dreig je een schildpad dood te rijden met 120 kilometer per uur. En ook natuurlijk de Afrikaanse pothole duikt telkens weer op en vooral moet je oppassen voor de autovijandige 'striped humped zebra'. Het op de weg meest gevreesde dier van allemaal.

Vanmorgen regende het keihard toen we wakker werden. Echte pijpenstelen. Nynke had het plan opgevat om ter verbetering van haar fysieke gevoelens, ze voelt zich de laatste dagen niet zo geweldig en weet dat aan gebrek aan beweging en teveel aan drank, om een fikse wandeling te maken langs het strand, rotsen en kliffen en ik zou haar opvangen op een terras bij Dutchies, een gerenommeerde strandtent in de nabijheid van Hermanus. Maar ja je gaat geen 10 kilometer lopen in de zeikende regen om je beter te voelen.  Eerst maar onder de douche, dan zien we wel verder. Verassing, de eerste douche met een echte moderne mengkraam. Er was ook een geweldig ontbijt. Gemaakt en geserveerd door de baas zelf. Ook dat is heel bijzonder. Na het onbijt regent het nog steeds, niet voortdurend maar als het regent wil je beslist niet buiten wezen. Het regent zo hard dat ik er zelfs geen foto van durf te maken.
Pinguins, pinguins. 1000 stinkende pinguins.
Dus toch maar onderweg naar Stellenbosch, maar dan wel even langs bij Betty's Bay om pinguïns te spotten.  Het was wel moeilijk zoeken maar gelukkig werd het weer beter en uiteindelijk kwamen we terecht in Betty's Bay waar meer dan 1000 sterk ruikende of mag ik zeggen afschuwelijk stinkende beesten op ons wachten. Ze zijn mooi, ze zien er leuk uit en ze zijn grappig en ze kunnen verschrikkelijk goed zwemmen maar meuren kunnen ze ook met een misselijkmakende stank waar tegen een 20.000 kippen bevattende kippenschuur niet tegen opgewassen is. En dat is dan binnen, dit was buiten bij wat toch een 'fris' zeewindje zou moeten zijn. Overal lopen ze. Met jongen, met vis en je kunt ze goed bekijken omdat je via een soort vlonder tussen ze doorloopt


Er zijn ook aalscholvers, broedend en wel en klipdassen. Hoewel deze laatsten eruit zien als een soort marmotten net zo groot als onze Drikus en ongeveer dezelfde kleur, schijnen ze toch het dier te zijn op aarde het sterkst verwant is aan de olifant.
Klipdas. Leuk beessie. Zie jij de olifant?
Onderweg op de route langs de zee stoppen we om te zien of er nog walvissen zijn en als ik dan bij wijze van grap de woorden van onze gids herhaal en roep: 'Whaly, whaly, we love you. Come on, dance for us' zien we zowaar weer walvissen ook. Een moeder met kind en verbazen we ons erover dat ze zo dicht onder de kust zwemmen. Nynke zegt dat ze daarom walvissen heten. Dat heeft ze gisteren bij de explicatie van de walvistoer gehoord. Maar ik vind dat onzin. Walvissen werden al lang walvissen genoemd voordat we in Kaap de Goede Hoop belanden. En bij ons is de wal juist heel dodelijk voor die beesten. Dat betekent bij ons vrijwel altijd de dood.

Knorhoek, het wijngoed waar wij de twee komende dagen verblijven kan ons niet verlokken om te blijven dineren. We gaan lekker de stad in. Het wordt van den Akker aan de Dorpstraat. Klinkt wel lekker buitenlands. Het is het oudste cafe van Stellenbosch, met vergunning, dat wel dus waarschijnlijk was hier al lang een vergunningloze drankcultuur. Alleen Kaapstad is ouder en Stellenbosch was bij uitstek de plek om de groenten en het fruit te kweken wat dat Oost Indische Compagnie nodig had voor zijn schepen naar Nederlands Indie. Het is ook nu nog steeds een grote tuin maar dan wel een dranktuin.

Nyn aan de kippenvleugels.
Van den Akker is een echte studentenkroeg met veel sfeer, gelach en bier. Stellenbosch heeft ook een universiteit en dat is hier goed te merken. We drinken een glaasje en eten een hap. Nyn aan de kippenvleugels en ik aan de steak. Nyn krijgt er een schaal met weter en citroen bij. 'Voor de handen' zegt de eerste witte ober (student) die ons bediend in Zuid Afrika. Naast ons in een treinstel verder, het zijn van dat soort zitjes, komt een gezin met twee kinderen. Duidelijk een jongetje en ook een meisje. Is het echt een meisje? Wel lang haar, maar een groot en breed horloge en een heel jongensachtige uitstraling. Toch een meisje volgens ons. We raken in gesprek met elkaar, althans zij vraagt of het serveren van het eten bij ons lang geduurd heeft, ze heeft kennelijk haast. Ik zeg dat het mij niet speciaal is opgevallen. Ze blijken uit Angola te komen. Pa zit in de oliebusiness als voormalige Duitser uit Hamburg, zij bemoedert haar kinderen als voormalige Luikse. Zij blijken hier te zijn omdat zoonlief een stukje van zijn tand heeft afgebroken en in Angola zijn geen goede tandartsen. Toch ruim 2000 kilometer vliegen met z'n vieren om een tand te repareren? Het moet niet 'gakker' worden. Nou ja, kunnen ze ook weer de nodige boodschappen doen en bestellingen om te laten versturen. Ik begrijp het, natuurlijk begrijp ik het. Ja, echt niet.

Nu zitten we weer in onze wijnestate aan de wijn. En de cider voor mij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten