maandag 13 oktober 2014

Zo. 12 oktober 2014. Op naar de struisvogels. over malls, farms en andere ongerijmdheden.

In haar beschrijving zegt Paulien:
'Vandaag gaan jullie op weg naar Oudtshoorn de wereldhoofdstad van de struisvogel. Je kunt er op bezoek gaan in een echt struisvogelmuseum en alles te weten komen over de Victoriaanse hype, waarbij struisvogelveren meer waard waren dan goud'

Koninklijke vogel.
Het is zondagmorgen en voor het ontbijt zitten we nog op onze 'Manor' veranda. In de verte op een meter of 200 lopen de zebra's en de wildebeesten. Het is heel rustig en we genieten van de sfeer, de dieren en elkaar. Het miezert een beetje. Naast ons op de balustrade zit de grote pauwhaan. Geïnteresseerd kijkt hij met ons mee. Straks weer verder naar Oudtshoorn. Ondanks de miezer zitten wij lekker droog in onze schommelstoelen. Het weer in Zuid Afrika valt met name Nynke wel wat tegen. De leuke jurkjes, de hete korte broekjes, t-shirts en de romantische bloesjes zitten verkreukt in de tas. Voortdurend lopen we rond in warme fleecen, truien en lange broeken. Regelmatig hebben we spijt dat we geen Basothodeken hebben gekocht. Ze waren prachtig en kostten maar een euro of 38. Lekker met zo'n sexy dekenspeld. Ze zouden regelmatig van pas zijn gekomen. De temperatuur is wel okay maar niet om truiloos te mijmeren. Toch met die dieren zo om ons heen kruipt de eerste zin waar de film Out of Africa mee begint in mijn hoofd. 'I once had a farm in Africa'.


Debby. Dennis lag natuurlijk nóg in bed.
We omhelzen Debby, we hadden een fantastisch adres hier. On the road again. Onderweg naar Oudtshoorn, zoals Paulien, onze reisleidster uit Utrecht zegt: 'de Wereldstad van de struisstruisvogels'.Onderweg stoppen we nog even in George. Daar wordt over gezegd dat je er alleen moet stoppen voor een vliegtuig of om boodschappen te doen. Verder is er niets te beleven. Het zal maar over je gezegd worden. Wij gaan er dus even shoppen in zo'n mall in de hoop dat we er voor mij bier kunnen vinden. Daar worden we ernstig in teleurgesteld. Televisies okay, bankstellen ook geen probleem. Het lukt ons zelfs schoenen te kopen voor Nynke en voor mij een Buffshaaltje maar bier. Ho maar, niet op zondag want in Zuid Afrika verkoopt men net als in Zweden drank niet in supermarkten maar alleen in speciale winkels. En op zondag zijn die dicht. Niet gesloten was de moderne vorm van de vroegere medicijnman, de Walk-In-Doctor. Daar was het net als in de rest van de mall ook heel druk. Zonder afspraak natuurlijk. Moet je bij ons eens proberen.

We rijden, schoenen en sjaal rijker, door naar Oudtshoorn naar de Zeekoe, ons verblijf. Het zou een struisvogelfarm zijn, maar geen struisvogel te zien op onze farm. Overigens ook geen zeekoeien. In principe zouden we daar niet rouwig om zijn. We worden het liefst met vee geconfronteerd als we daar aan toe zijn en struisvogels zijn hier vee. In Oudtshoorn is aan dat vee veel, heel veel geld verdient. Vanaf het midden van de 19de eeuw eerst aan de veren, die op een gegeven moment duurder waren dan goud. Later is dat meer struisvogelleer geworden en struisvogelbiefstuk. Cholestorolarm heeft het ook bij ons in de tachtiger en negentiger jaren op veel restaurantkaarten gestaan. Tegenwoordig lijk je er steeds minder van te horen.

Ons huisje in de township aan de carwrecking road.
Ondanks het feit dat we bijna zeker weten dat we een van de eersten waren die hier voor deze dagen besproken hebben, krijgen we de minste plek van het geheel. Ver weg. In onze eigen afgelegen township. Een huisje incompleet met pallets als tafel op de porche. En boomstronken om op te zitten. Vergeleken met de andere townshiphuisjes is het zelfs armoedig.

Ook het hoofdgebouw lijkt in geen enkel opzicht op een struisvogelfarm. Eerder is het een 'deftig' hotel met receptie, een keur van personeel, een zwembad, overal TV, een vette bar, ligstoelen voor de deur en Wifi allover. Wij echter mogen naar onze eigen 'township'. Vier houten huisjes met niks. Over een 'carwrecking' weg waar de autobeschadigde stekelbossies overmijdbaar overheen gedrapeerd staan. Met onze dure huurauto hebben we een 'xtreme fourwheeldrive experience' om er te komen. En voor elke scheet, zoals lekker aan de bar zitten, ontbijten, even van zwembad gebruik maken, even naar de stad gaan voor een museum, echt what so ever, weer langs die townshiproad. Fijn voor het krassige effect op de auto. We hebben onszelf een reuze plezier gedaan om hier te komen. Je weet het, er is altijd wel een accommodatie waar het wat minder is en we wilden toch zo graag in die townships zitten. You get what you want. Haha.

Aan de bar in onze 'struisvogelfarm' waar zitten die krengen eigenlijk, ontmoeten we Sabrine en Eddy. Leuke mensen uit Vlaanderen. Ook zij maken een reis door Zuid Afrika en ook zij zijn in Johannesburg vertrokken en onderweg naar Kaapstad. Verder hebben we nog gemeen dat we zowel Knysna en Oudtshoorn aandoen maar verder hebben zij een totaal andere reis gemaakt. Zij hebben al die tijd in korte broek gelopen, terwijl wij verlangden naar Basothodekens. Wij bezochten Lesotho,  zij Swaziland. Wij gingen naar Addo om olifanten te zien en zij naar het Krugerpark. Wij zagen ze nauwelijks, zij werden bijkans onder de voet gelopen. Het was wel vreselijk lachen in de vergelijking.
Zonsondergang.  Toch.
Hetzelfde land, dezelfde tijd. Totaal andere ervaring. In redelijk aangeschoten vorm hebben we afscheid van elkaar genomen en zijn we onze carwrecking weg weer opgegaan naar ons privé township. Na de 'selfcatering' maaltijd van sojabrokken en bonen vroeg naar bed want morgen wachten ons de stokstaartjes. De zonsondergang maakt veel dingen goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten