zondag 26 oktober 2014

Za. 25 oktober 2014. De armoe achter ons. Naar mooi Kaapstad.

In haar beschrijving zegt Paulien:
'Vanaf  vandaag is onze zorg voor jullie afgelopen en zorgen jullie voor drie nachten voor een eigen onderkomen. Jullie zijn vrij. Jullie kunnen gebruik maken van de hop-on-hop-off bus die op drie lijnen je door heel Kaapstad brengt. Als er geen wolken zijn op de Tafelberg zou je het beste die direct kunnen bezoeken, want je weet maar nooit'



Ontbijt maken. Echt handwerk.
 Straks.
We zijn de stank van armoede en de schimmel in het weinig geluchte huis van Mama Noks echt beu. Mama  Noks heeft haar verdiensten wel geïnvesteerd in het bijbouwen van verhuurbare extra ruimtes maar niet in de werkelijke verbetering van haar huis. Er is nog steeds geen warm water en de badkamer heeft een voortdurend lekkende kraan die veel kostbaar Afrikaans water weg laat vloeien. Terwijl water een groot Zuid Affikaans probleem is. Ook vind ik de primitieve eetomstandigheden die ons worden aangeboden beneden peil. Met onze handen eten tijdens avondeten en ontbijt vinden wij geen probleem. 's Lands wijs, 's lands eer. Maar als wij het met handen moeten doen en ze zelf een lepel gebruikt voelen wij ons gestraft. Alsof ze denkt 'Jullie willen zonodig in een township slapen/wonen dan zal je dat weten ook'. Ook de landerige sfeer die er voortdurend in huis hangt doordat de mannen de hele dag voor de TV zitten en naar illegaal gedownloade vechtfilms kijken, iets wat wij  beide verfoeien zowel de vechtfilms als het illegale downloaden, maken er ons niet vrolijker op. Onze nare gevoelens behoeven natuurlijk geen grond te hebben maar zijn door ons ook niet te vermijden dus zijn  we blij als we in de auto wegrijden. Dat ons  verblijf ook door Mama Noks met gemengde gevoelens wordt bekeken lezen wij af uit het feit dat we nog niet eens worden uitgezwaaid. Opgelucht halen we adem. Even geen ellende, armoede en zeker geen landerigheid meer.

De werkelijke confrontatie met dat gedeelte van het Afrikaanse zijn, die ik in de loop van de vakantie 'de Zumafication' ben gaan noemen komt keihard aan. Deze houding van zorg eerst voor jezelf, dan voor de jouwen en oh ja er moet ook nog een weg worden aangelegd, een huis worden gebouwd en een school worden opgericht is diep in de Afrikaanse ziel geworteld. Er zijn natuurlijk uitzonderingen en Nelson Mandela is daarvan de meest bekende maar het lijkt of het merendeel van de Afrikaanse mensen er zo over denkt en dat is een trieste conclusie. De projecten voelen dan toch meer als een druppel op een gloeiende plaat in een samenleving van graaien en plakkende vingers. De potentie van Zuid Afrika, van heel Afrika, is groot maar de algemene mentaliteit is gecorrumpeerd. Dat maakt hun problemen veel groter dan ze zouden hoeven te zijn.


Koffieselfie op Biscuitmill
Vandaag rijden we om vrolijk te worden direct door naar een van die plekken waar je de nieuwe Afrikaanse mens kunt vinden. Biscuitmill, een zaterdagse markt waar het kleine initiatief een enorme kans krijgt en neemt. Op deze markt zijn allerlei kleine initiatieven, met name op het gebied van voedsel, kunst en handwerk die in kraampjes werkelijk de hele wereld presenteren en aanbieden. Het is er onwijs druk en vrolijk. Maar ook onwijs wit al hoewel je er ook best veel kleurlingen ziet, maar weinig zwarten. Op veel plekken lijkt het erg goed te gaan met Zuid Afrika. Ook in Stellenbosch voelden wij die sfeer en in de Cederbergen. Maar aan het zwarte deel van de bevolking lijkt het niet besteed. Wij komen in gesprek met een Zuid Afrikaan, een kleurling uit Eindhoven, die jaarlijks terugkeert naar zijn geboorteland. De liefde bracht hem naar Nederland. De liefde voor Zuid Afrika brengt hem jaarlijks daar naar toe terug. Hij komt uit de buurt van Durban en daar is het nog steeds enorm gevaarlijk. De helft van zijn vakantie brengt hij om die reden door in Kaapstad en de andere helft bij zijn familie in Durban. Van hem hoor ik eigenlijk dezelfde dingen, de gecorrumpeerde Afrikaanse ziel. Geen respect voor andermans leven of eigendommen.
Gezelligheid en jongvolk op Biscuitmill
Het verbaasde ons dat in de townships alle winkeltjes, hoe klein ook zichzelf barricadeerden met ijzeren hekken en dat de boodschappen die klanten ophalen worden doorgegeven door kleine luikjes in die enorme hekken. Forten zijn het die winkeltjes. Open zijn alleen de kramen, die 's avonds worden opgeruimd en meegenomen. Blijvende winkels zijn fortificaties van soms maar enkele vierkante meters.

We genieten van de sfeer op deze voornamelijk biologische en organische weekmarkt. Ga erheen als je in Kaapstad bent het is er geweldig.
Om half twee melden we ons bij ons nieuwe verblijf in de Gardens. Ashanti hostel, Guesthouse 1. Het is een oud  Victoriaans huis en we krijgen een te gekke kamer. Ruim en hoog en met schuiframen die omhoog kunnen. Super. De buurt is heel rustig en nog geen 10 minuten lopen van het centrum en de hop-on bus.
Het weer is helder en de Tafelberg ligt er ongedekt bij, geen wolken dus. Op naar de kabellift met een taxi. Daar aangekomen gaat de lift niet vanwege de harde wind. Jammer dus. We hoppen op de bus die Paulien ons al aanraadde en kruipen boven in waar er geen dak is. Wel wind natuurlijk en af en toe waaien we bijna uit onze onderbroek.
Waaien uit je onderbroek, waaien uit hemd. Weg, weg, weg!
Er wordt in 16 talen iets verteld over de route, de uitzichten, de gebouwen en de geschiedenis van Kaapstad. Gelukkig ook in het Nederlands. Alles via een ingenieus systeem met oordoppen. Zo weten we  nu alles van de diverse baaien, appartementencomplexen, welke sterren er een huis hebben en meer van dit soort wetenswaardigheden. We hoppen met de bus naar het Waterfront, het opgeknapte gedeelte van de haven van Kaapstad. Er zijn talloze winkel en eet- en drinktentjes buiten en in grote hallen. We drinken er wat. Ik een Bubble Tea en Nynke een groentensmoothie. We komen weer helemaal in de feeststemming en weg zijn de nare gevoelens van vanmorgen. De felle wind heeft de hoofden helemaal schoon geblazen. Op weg naar huis alweer hoppend met de bus komen we er pas goed achter hoe centraal ons verblijf eigenlijk ligt. Alles op, soms zelfs voor mij, loopafstand.

We besluiten te gaan eten bij een leuke tent bij ons in de buurt. Een  echte volkstent, dus de televisie staat op rugby en later op Europees voetbal. Het is een herrie van jewelste maar wij zitten buiten dus het geluid binnen dempt aardig het verkeerslawaai buiten. Whisky en wijn tot wel tweemaal toe en daarna eten. Ik een hamburger de luxe. Nyn neemt Bobotie, een Zuid Afrikaans gerecht met eieren, rijst, krenten, gehakt, kaas.
Hostel Ashanti in een  Victoriaans huis
'Lekker maar die van de farmstall laatst was toch een stuk lekkerder, Frits.' Ik heb al een lekker stuk in de kraag, dus na afloop strompelen we naar huis.

Aan de voorkant van dit luxe Victoriaanse huis zit nog een soort overdekte veranda met twee tafeltjes en een paar stoeltjes. Wij genieten   buiten van de warmte en van het ontbreken van de loeiende wind die is gaan liggen. Zouden wij ook moeten doen. Op dat moment komt er een jong koppel door het hek, hetgeen je ook minimaal een  bewoner maakt in dit versterkte fort. Het blijken Nederlanders te zijn. Godbetere uit Leeuwarden. Wij durven bijna niet te zeggen dat we uit Buitenpost komen. Het moet toch verschrikkelijk zijn als je net 12.000 kilometer hebt gevlogen en moe je  vliegveld uitrolt, het hotel weet te bereiken op je tandvlees en dan zitten daar twee mensen je op te wachten die minimaal 45 jaar ouder zijn en dan ook nog vlakbij wonen. Daar hou je niet echt een ontdekkkingsreizigersgevoel aan over. 'Uit Buitenpost, I presume'.

Het meisje is wel enthousiast maar hij niet zo of duidelijk moe. Lang duurt het dan ook niet of zij en wij gaan naar bed. Is maar beter ook.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten